Wat je al in december had moeten doen

(reacties: 0)

Het gebruik

Nog één dag. Eén dag om te constateren of het je gelukt is. Dry January. Gaat de fles (alcoholvrije) bubbels open of merk je dat ‘geen alcohol’ best lastig is?
Goede voornemens zijn nog altijd populair. Een nieuw jaar geeft het gevoel van ‘nieuwe ronde, nieuwe kansen’. Een mooi moment om zaken in je leven te veranderen. Minder vlees eten, vaker de auto laten staan, meer boeken lezen. Het onderwerp leeft. Net als de lijstjes met tips die je helpen bij het realiseren ervan.
Veel bedrijven starten in januari met de beoordelingscyclus - planningsafspraken en KPI’s worden vastgelegd. Afspraken over (gedragsmatige) ontwikkeling zijn daarin voor veel managers en medewerkers een lastig onderwerp. Hoe maak je ze helder en concreet? Hoe breng je ze duurzaam in praktijk? Vragen die ook rondom goede voornemens spelen.

 

Taal

Woorden doen iets met mensen. In een van mijn allereerste blogs De waarde van slechts één woord beschrijf ik het effect op je mindset bij het gebruik van een ander woord. Bijvoorbeeld: ik ben of ik heb, ik moet of ik wil. Met dat in gedachten, heb ik nog eens gekeken naar het woord voornemen. Want misschien ‘zorgt’ het woord zelf ervoor dat een voornemen zo makkelijk sneuvelt. In de dikke Van Dale las ik: Voornemen: wat men zich voorgenomen heeft, synoniem: plan, ontwerp. De Word-synoniemenlijst geeft als alternatieven idee of plan. Ik associeer plannen al snel met flexibiliteit… Oftewel: als goede voornemens plannen zijn, zijn ze dan wel net zo standvastig als doelen?

 

Wetenschap

Voor wie deze benadering wat arbitrair vindt een andere invalshoek: die van de gedragsverandering en welke aanknopingspunten deze biedt in relatie tot het slagen van goede voornemens. Op de eerste plaats is gedrag veranderen gewoon lastig, dankzij ingesleten gewoontes (wijn inschenken en gaan koken), gedachten (ik ontspan pas bij een glas wijn) en/of een tekort aan intrinsieke motivatie. Het ontbreken van een haalbaar plan, met hulpmiddelen passend bij jou en stappen realistisch en concreet voor jou, is een tweede reden waarom veel goede voornemens makkelijk stuklopen. Daarnaast bepalen allerlei omgevingsinvloeden ons gedrag. Van fysieke – voortaan de trap willen nemen in plaats van de lift, maar de trap zit verstopt achter de lift – tot sociale – wat vinden anderen ervan dat ik geen alcohol drink? Zelfs overtuigingen over onszelf kunnen in de weg zitten (‘ik ben geen volhouder’).

 

Tips

Gedragsverandering gaat over intenties omzetten in daadwerkelijk gedrag. Het goede nieuws is dat iedereen zijn gedrag kan veranderen, zegt gedragsonderzoeker B.J. Fogg, als je het maar goed aanpakt. Ik heb het volgende voor je op een rijtje gezet, onder andere geïnspireerd op zijn werk.

  1. Waarom en wat?
    De allerbelangrijkste vraag is: waarom wil je het en wat wil je er precies mee bereiken? Het adagium: wees concreet én scherp naar jezelf. Wat is bijvoorbeeld ‘gezonder’ voor jou? Of, wil je een nieuwe baan of eigenlijk interessantere taken? Wil je leren bewust ‘nee’ te zeggen of los te komen van de emotionele afhankelijkheid van de complimenten van collega’s?

  2. Voorbereiding
    Een goede voorbereiding is het halve werk, dus:
      • onderzoek welke concrete gedragingen je doel dichterbij kunnen brengen;
      • vraag je per item af of dit echt gaat helpen je doel te bereiken, of je het graag doet en of je het kunt, maak een keuze;
      • koppel je keuze aan een gewoonte zodat je nieuw gedrag inbedt in bestaand gedrag;
      • zoek gelijkgestemden;
      • bedenk in welke situaties je het moeilijk gaat krijgen;
      • verzin per situatie door welke reactie je je doel kunt vasthouden.
  3. Uitvoering
    Begin klein, zegt Fogg. Bedenk een eerste stap die je moeiteloos kunt nemen. Een koppeling aan bestaand gedrag vergroot de kans op gewoontevorming. Zorg voor reminders, het liefst die waar je niet om heen kunt (op weg naar mijn auto moet ik bijvoorbeeld langs mijn fiets) of een nudge – een duwtje in de goede richting (zoals een fruitschaal naast het koffiezetapparaat). Complimenteer jezelf met elke nieuwe handeling – positieve emotie draagt immers bij aan gewoontevorming. Tot slot: doe, leer en voeg steeds nieuwe dingen toe.

 

In het werk

Medewerkers kunnen op eigen initiatief of gestuurd door de beoordelingssystematiek een ‘goed voornemen’ hebben. Wat kun jij daarin als manager betekenen? Een aanvulling op de tips, gebaseerd op mijn eigen weerbarstige realiteit als manager:

  • Bij het ‘waarom en wat’ is het belangrijk dat jullie eenzelfde beeld delen. Eén verhaal over wat jullie als organisatie verstaan onder bijvoorbeeld samenwerken of organisatiesensitiviteit. Gebruik het SMART-model om heel concreet te worden.
  • Aan de voorbereiding voeg je de realiteitscheck toe – bespreek samen de huidige situatie, wat de discrepanties zijn. Vraag je medewerker daarnaast wat hij/zij nodig heeft van jou om het nemen van eigen verantwoordelijkheid te stimuleren.
  • Tijdens de uitvoeringsfase help je je medewerker door te ‘nudgen’, te complimenteren en samen te evalueren. Zelfs in de wandelgangen of bij een kop koffie.

Jouw hulp vergroot de kans op een succesvolle ontwikkeling.

 

‘Blue Monday’ voorkomen? Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Laat hieronder je vraag achter, ik denk graag met je mee.

 

Ga terug



Reactie toevoegen