Wat is er hier aan de hand?
(reacties: 0)
Schoolplein
‘STOP!’ roept Pieter keihard. Met een knalrood hoofd staat hij tussen zijn klasgenootjes. Hij geeft Bram een duw. Nathalie trekt aan Pieters jas en voorkomt net dat Kees Pieter een zet kan geven. Juf Christine ziet uit haar ooghoeken wat er gebeurt. Zal ze ingrijpen of niet? Dan gaat de bel, de pauze is voorbij. In de klas aangekomen vraagt ze iedereen om in een kring te komen zitten. Christine kijkt Pieter aan en zegt: ‘Wat was er nu net aan de hand?’ Pieter begint te vertellen. Bram kan niet op zijn beurt wachten en valt hem in de reden, waarop ook Kees er doorheen begint te praten. Wacht, denkt Christine, dit moet ik even goed aanpakken.
Werksituatie
Voor menig manager zal de parallel van dit verhaal in de werksituatie herkenbaar zijn. Als volwassenen hebben we dan wel niet direct de neiging om elkaar een duw te geven, verbaal en non-verbaal kunnen we er wat van. Die duw staat onder andere symbool voor ‘bemoei je er niet mee’, ‘jij weet hier niets van’, ‘wat jij wil, kan niet’ en dat kan op velerlei wijzen tot uitdrukking worden gebracht. Zo’n ‘duw’ heeft bijna altijd een ongunstig effect op de onderlinge samenwerking en verstandhouding, voor de korte termijn en soms zelfs voor de langere termijn. Werk aan de winkel voor een manager.
Hoe Christine het deed
Christine vraagt iedereen even stil te zijn. Ze legt uit dat de spelregel voor dit gesprek is dat degene die zij vraagt zijn verhaal te vertellen, niet door anderen onderbroken mag worden. Ze vraagt Pieter opnieuw naar zijn verhaal. Als hij klaar is, bedankt ze hem voor het delen ervan, vat zijn verhaal samen en vraagt of het klopt. Pieter knikt, ja, de klas wil dat hun bedlegerige klasgenootje Janet naar hun theatervoorstelling kan kijken. Op het schoolplein ontstond ruzie over hoe ze dat voor elkaar kunnen krijgen. Christine kijkt de kring rond en vraagt of ze het allemaal belangrijk vinden dat Janet naar hun voorstelling kan kijken. Er wordt heftig ‘ja’ geknikt. ‘Oké’, zegt Christine, ‘dan ga ik nu iedereen vragen hoe hij dat zou willen regelen. Daarna bespreken we wat we van die ideeën vinden. De spelregel dat er maar een van jullie tegelijkertijd praat, geldt nog steeds.’
De regie
Wat Christine doet, is het vragen naar en formuleren van het gezamenlijke doel. En vervolgens iedereen de gelegenheid geven zijn bijdrage te leveren aan het bereiken ervan. Daarmee zorgt ze ervoor dat aan belangrijke basisbehoeftes als gehoord en gezien worden, wordt voldaan. Door het gesprek strak te regisseren, bereikt ze dat de aanpak uiteindelijk door iedereen geaccepteerd wordt.
Samenwerking
Werk gaat om resultaten en daarvoor moet er vaak samengewerkt worden. Wanneer het er om spant, kan die coöperatie onder druk komen te staan. Met als gevolg dat er, als het ware plotseling, allerlei zaken naar boven komen die het resultaat negatief beïnvloeden. Leidinggeven gaat dan vooral om individuen of teams met verschillende taken en belangen goed samen te laten werken.
Luisteren en spreken
Juf Christine dwingt met haar spelregel de kinderen tot luisteren. En luisteren gaat niet vanzelf, het kost moeite. Dat heeft, las ik ooit in een column van Ben Tiggelaar, een basale reden. Spreken doen we met een snelheid van 125 tot 175 woorden per minuut, luisteren kunnen we tot een snelheid van 450 woorden per minuut. En denken doen we nog veel sneller. Daarom dwaal je tijdens een gesprek makkelijk af, het onderdrukken van afleidende gedachten kost energie.
Duidelijk uitdrukken wat je bedoelt, kent ook zijn hobbels. De woorden die je gebruikt, ‘kleuren’ de boodschap die je over wilt brengen. Je taalgebruik kan beïnvloed worden door een gedachte over iemand. Of doordat je een situatie lastig vindt. Dit zijn maar een paar voorbeelden van zaken die ervoor zorgen dat je je op een andere manier uitdrukt dan wanneer je die denkbeelden of gevoelens niet had.
De verleiding
Wanneer je als manager wordt geconfronteerd met een situatie waarin de samenwerking hapert, ligt het gevaar op de loer dat je uitsluitend zelf gaat interpreteren en oplossingen bedenken. Dat je vergeet stil te staan bij ‘wat is er hier nu eigenlijk aan de hand?’ en de deelnemers of belanghebbenden daarin te betrekken. Belangrijk is om de gebeurtenis als het ware in het midden te leggen, zodat deze voor iedereen duidelijk zichtbaar en herkenbaar is. Om (opnieuw) vast te stellen wat het doel is en om alle invalshoeken of achterliggende gedachtes inclusief de aanpak en oplossingen die daaruit voortvloeien uit te laten spreken.
Daadwerkelijk luisteren, zonder je te laten afleiden door gedachtes, is daarbij cruciaal. Niet alleen voor jou maar ook voor alle betrokkenen. Ze daartoe aanzetten, is een taak die op het bord van een manager ligt. Net als mensen helpen om duidelijk onder woorden te brengen wat ze nu eigenlijk willen zeggen. Daar gaat het om bij leiderschap: de kracht van andere mensen inzetten.
Hoe ga jij met een haperende samenwerking om?
Deel je ervaring en laat mij je een stap verder helpen.
Reactie toevoegen